Betekenissen van toegepaste grondstoffen
Korte uitleg van de betekenissen van de grondstoffen die worden toegepast in lijmen en kitten.
ABS
Acrylonitril-butadieen-styreen. Thermoplast dat in de industrie wordt gebruikt voor stijve, lichte en gegoten producten.
AANRAAKDROOG
Aanbreng- en droogtijd vóór het aanbrengen van een te verlijmen laag op een oppervlak.
AANVANGSHECHTING
Eigenschap van een lijm of afdichtingsmiddel om direct te hechten. Het verlijmde voorwerp zit direct vast aan een oppervlak (zelfs verticaal) maar heeft niet alle kleefeigenschappen van lijm. Het is belangrijk om, conform de richtlijnen, te wachten tot de verbinding droog is voordat deze wordt belast.
ACETAAT
Zout of chemische ester met de formule CH[e]3[/e]COO-.
ACETAAT POLYVINYL
Wordt ook vinyl polyacetaat of PVA genoemd. Wordt 'witte lijm' genoemd en wordt gebruikt voor poreuze materialen. Het gebruik ervan is heel populair voor het binden van boeken.
ACETON
CH[e]3[/e]COOCH[e]3[/e] Een oplosmiddel dat wordt gebruikt om organische stoffen oplosbaar te maken en voor het oplossen van lijm en vezels op basis van cellulose.
ACETYLEEN
C[e]2[/e]H[e]2[/e] Reageert met chloorzuur om vinylchloride te produceren. Aangezien acetyleen bij een hoge temperatuur ontbrandt, biedt het de mogelijkheid om metalen als aluminium, roestvast staal, koper en legeringen te solderen.
ACRYL
Op acrylaat gebaseerde synthetische vezel.
ACRYLAAT
CH[e]2[/e]=CHCOO- Ester van de vinylgroep.
AFGESCHUINDE RAND
Een rand, bijv. een rand van een tafel, frame o.i.d. die schuin is afgesneden.
AFVLAKKEN
Het oppervlak van een muur of verhoogd oppervlak effen maken.
ALKALIMETAAL
Metaal gebonden aan hydroxide of ammonium. De alkalimetalen zijn lithium, natrium, kalium, rubidium en cesium.
ALKALINITEIT
Materiaal bestaande uit een alkalimetaal en hydroxide, of ammonium met alkalimetaal.
ANAEROOB
Een reeks chemische reacties van een organisme in een omgeving die geen zuurstof bevat.
ANIOGENE OPPERVLAKTEACTIEVE STOF
Worden ook anionische tensiden genoemd. Verbinding met een groot schuimend en reinigend vermogen. Wordt gebruikt voor schoonmaakmiddelen en cosmetica.
AZIJNZUUR
C[e]2[/e]H[e]4[/e]0[e]2[/e]. Bijtend zuur dat van nature aanwezig is in azijn en gebruikt kan worden als antiseptisch of desinfecterend middel.
BEHANGTAFEL
Een werktafel die wordt gebruikt voor de voorbereiding van behang.
BIES
Een geweven of gevlochten strook voor decoratieve doeleinden.
BIOLOGISCH AFBREEKBAAR
Term die wordt gebruikt voor het beschrijven van een gefabriceerd product dat natuurlijk en snel afbreekt, en uiteenvalt in deeltjes die planten voor hun groei kunnen gebruiken.
BRANDWEREND
Verwijst naar iets wat bedekt is met een stof waardoor het zeer moeilijk ontvlambaar is.
BREEDTE, STROOK-
Verwijst naar de breedte of lengte van een stuk behang, dat van een behangrol is gesneden. In de ruime zin van het woord kan de term 'strookbreedte' ook verwijzen naar een stuk stof dat van een rol is geknipt.
BUTANON
C[e]4[/e]H[e]8[/e] Kleurloze vloeistof die wordt gebruikt als industrieel oplosmiddel.
CTBH
Code die wordt gebruikt voor het beschrijven van multiplex dat bestand is tegen vocht en water. Deze codes verwijzen naar vastgestelde normen. Bijv. in het Verenigd Koninkrijk: WBP multiplex.
CTBX
Code die wordt gebruikt om een soort multiplex te beschrijven.
CAMAÏEU
Wijze van schilderen met één kleur in verschillende tinten.
CAPILLAIRE WERKING
De werking van een vloeistof (stijging of daling) in relatie tot een massief lichaam, hetzij door contact of door nabijheid.
CASEÏNE
Eiwit of vezel die uit melk wordt verkregen en wordt gebruikt voor het binden van verf.
CELLULOID
Het eerste plastic, vervaardigd van nitrocellulose en kamfer.
CELLULOSE
(C[e]6[/e]H[e]10[/e]0R)[e]n[/e] Component van koolhydraten, dat te vinden is in de wanden van plantaardige cellen.
CELLULOSEHOUDEND
Bevat cellulose of een component uit de cellulosefamilie.
COLLODIUM
Een mengsel van ether en alcohol.
COPOLYMEER
Chemische verbinding van macromoleculen, opgebouwd uit meerdere monomeren.
CRÊPE
Een lichte, dunne stof met een geplooid oppervlak.
CYANIDE
Een product dat is afgeleid van cyanoacrylaat.
CYANOACRYLAAT
Een lijm op basis van cyanoacrylzuur, die een zeer stevige hechting mogelijk maakt.
DEXTRINE
Product dat is ontstaan uit de afbraak van zetmeel door verwarming of hydrolyse en dat wordt gebruikt om lijm te maken.
DILATATIEVOEG
Een voeg die bewegingen veroorzaakt door extreme temperatuurwisselingen kan opvangen.
DIMETHACRYLAAT
Verbindingsmiddel tussen polymeren en elastomeren.
DOORSIJPELEN
Het vrijkomen van een vloeistof die uit muren sijpelt.
DRUKMETER
Een instrument om de druk van een vloeistof te meten.
DUBBEL-NIVEAU
Gefabriceerd met twee niveaus.
D1
Geschikt voor droge omstandigheden.
D2
Deze klasse is geschikt voor binnen gebruik waar het af en toe vochtig is.
D3
Geschikt voor een vochtig binnenklimaat (badkamers) of voor buiten onder bijvoorbeeld afdaken (waterbestendig).
D4
Voor een buitenklimaat en constant contact met water.
EGALISEREN
Het gelijkmaken van een muur, reliëf of ander verhoogd oppervlak.
ELASTOMEER
Elastisch polymeer dat afkomstig is uit de rubberboom (Amazonewoud). Elastomeren zijn: rubber, latex, neopreen en silicone.
EMULGEREN
Voortdurend door elkaar kloppen van twee vloeistoffen, waardoor een heterogeen systeem ontstaat.
EPOXIDE
Cyclische ether, die wordt gebruikt voor de productie van oplosmiddelen en plastics.
EPOXIDISCH
Dat wat epoxide bevat.
EPOXY
Macromoleculaire verbinding van cyclische ethers, die wordt gebruikt voor de productie van oplosmiddelen en plastics.
ETHEEN
C[e]2[/e]H[e]4[/e] Een koolwaterstof, ook wel R1150 genoemd. Wordt gebruikt voor de vervaardiging van polyvinylchloride (pvc) en voor diverse kunststof materialen.
ETHYLEENVINYLACETAAT
Naam die wordt gegeven aan een thermoplastisch copolymeer dat de kenmerken van een smeltlijm heeft.
EXTRUDEREN
Het door een matrijs duwen van plastic om het te vervormen.
EXTRUSIE
Het door een matrijs duwen van plastic om het te vervormen.
FENOL-NITRIL
Fysische contactlijm. De hechting vindt plaats door verdamping van het oplosmiddel.
FENOLFORMALDEHYDE
Polymeer dat wordt gebruikt voor de vervaardiging van lijm en kleefstof.
FENOLHARS
Hars die bestand is tegen temperatuurwisselingen. Wordt voornamelijk gebruikt in de bouwsector en de transportindustrie.
FLEXTEC
Technologie die een flexibele hechting in extreme omstandigheden mogelijk maakt, terwijl de aanvangshechting hoog blijft.
FUNGICIDE
Een product dat schimmelgroei voorkomt.
FUNGICIDE, SCHIMMELWEREND MIDDEL
Een term die gebruikt wordt voor een product dat hout beschermt tegen houtetende microplanten en voorkomt dat deze terugkomen.
GECHLOREERDE POLYVINYLCHLORIDE
Zeer sterk pvc dat niet kan roesten.
GECOËXTRUDEERD
Meerlagig plastic, verkregen door extrusie.
GEGROEFD
Beschrijving van een oppervlak dat gemarkeerd is met holtes of groeven.
GELAMELLEERD
Een materiaal dat bestaat uit verschillende identieke lagen, die met hars of siliconen aan elkaar zijn gelijmd.
GEPLASTIFICEERD
Bedekt met een dun laagje plastic.
GEWAFELD
Een versiering van lijnen die elkaar kruisen.
GEËXPANDEERD POLYSTYREEN
Wordt ook EPS genoemd. Het is een wit, stevig schuim dat doorgaans wordt gebruikt om voorwerpen te beschermen.
GRONDLAAG
Een coating die de aanhechting van de vloer of van verf verbetert.
HEPTAAN
C[e]7[/e]H[e]16[/e] Koolwaterstof
HYBRIDE POLYMEER
Polymeer waarvan de uiteinden kunstmatig zijn veranderd om de kleefkracht te vergroten.
HYDROMETRIE
Wetenschap die de eigenschappen van water meet.
ISOCYANAAT
C=N=O Organisch composiet dat wordt gebruikt bij de vervaardiging van papier, lijm, textiel en isolatiemateriaal.
KATALYSEREN
De snelheid van een chemische reactie beïnvloeden zonder het eindproduct van de reactie te veranderen.
KATIONISCH
Bijvoeglijk naamwoord dat verwijst naar de reactie van een ion of ionengroep met een kathode, d.w.z. wanneer de elektrische lading verdwijnt in een elektrolyseapparaat.
KLEM VOOR RAAMWERK
Systeem waarmee raamwerk kan worden verlijmd.
KOOLWATERSTOF
Een element dat bestaat uit koolstof en waterstof. De term kan echter ook naar olie en aardgas verwijzen.
KRUISBINDING
De verandering van een polymeer door het koppelen van micromoleculen.
LPG
Ook wel vloeibaar petroleumgas genoemd. Restproduct van de oliewinning, dat meestal als brandstof wordt gebruikt.
LATEI
Horizontale draagbalk boven een deur, raam of erker, die het metselwerk ondersteunt.
LEIDING
Een slang die meestal van rubber is gemaakt en in de auto-industrie wordt gebruikt om lucht of brandstof vanuit verschillende delen van de motor over te brengen.
LICHTUITHARDEND
Keten van polymeren die verknopen in contact met licht en een samengestelde keten vormen.
LIJMEN
Aanbreng- en droogtijd vóór het aanbrengen van een te verlijmen laag op een oppervlak.
LIJMEN
Het aanbrengen van lijm of plaksel op een voorwerp. Lijm voor hout, papier enz. plaksel voor behang, posters enz.
MCX
Methyl-Cellulose Extra, lijm voor behang
MDF
Vezelplaat van gemiddelde dichtheid. Houtcomposiet van gemiddelde dichtheid, dat voornamelijk wordt gebruikt voor decoratie en inrichting.
MS-POLYMEER
Polymeer-siliconen afdichtingsmiddel
MATRIX / SJABLOON
Een model waarmee bepaalde voorwerpen kunnen worden uitgetekend met het oog op de naleving van de reglementaire afmetingen van het voorwerp.
MERCAPTAAN
Ook wel thiol genoemd. Een organische verbinding die vergelijkbaar is met alcohol, met het bijzondere kenmerk dat deze reageert met kwik-ionen. Mercaptaan heeft een sterke, onaangename geur.
METHYLCELLULOSE
Een wateroplosbare verbinding die gebruikt wordt voor verven op waterbasis, appreteermiddelen voor textiel en bij de vervaardiging van karton.
MORTEL
Een mengsel van zand, cement en water dat wordt gebruikt voor de bouw en als bekleding.
NEOPREEN
Wordt ook wel polychloropeen genoemd, een synthetisch rubber.
NITROCELLULOSE
Collodium is de naam die wordt gebruikt voor nitrocellulose in gegelatineerde vorm.
ONGEPLASTICEERD POLYVINYLCHLORIDE
Niet geplasticeerd pvc dat niet kan roesten.
ONTROESTEN
Een handeling die tot doel heeft de oxiden van het oppervlak van een metaal te verwijderen.
ONTROESTINGSMIDDEL
Een product dat op effectieve wijze de oxiden van het oppervlak van een metaal verwijdert.
OPLOSMIDDEL
Een stof die de eigenschap bezit om andere stoffen te kunnen oplossen zonder hun chemische eigenschappen te veranderen.
OPPERVLAKTEACTIEVE STOF
Een tweedelige molecule, waarvan er één reageert met water en de andere met olieachtige stoffen. Deze moleculen worden vooral gebruikt in schoonmaakmiddelen.
OPVULLEN
Het opvullen van een scheur of gat.
OVERLOPEN
De aanwezigheid van een teveel aan materiaal, bijv. lijm.
PTFE
Wordt ook Teflon® genoemd. CF[e]2[/e]-CF[e]2[/e] Polymeer dat zeer goed bestand is tegen chemische producten en hitte. Wordt gebruikt in niet-klevende coatings.
PU
Wordt ook polyurethaan genoemd. Dit copolymeer wordt in houtlijm gebruikt vanwege zijn waterbestendigheid.
PLAKSEL AANBRENGEN
Het aanbrengen van plaksel op een voorwerp, zoals behang.
PLASTISOL
Lijm die ontstaat door het dispergeren van polymeerpoeder in een weekmaker.
PLINT
Het onderste deel van een muur of zuil, dat in contact staat met de grond. Wordt vaak onderaan een muur geplaatst.
POLYAAN
Een zacht, stevig en brandbaar plastic.
POLYAANFOLIE
Watervaste plastic folie die wordt gebruikt om een barrière tegen water en vocht te creëren.
POLYACRYLZUUR
Acrylverbinding die tijdens het drogen polymeriseert en er dan uitziet als een dikke pasta in sterke lijmsoorten.
POLYAMIDE
Polymeren die in de textielindustrie worden gebruikt bij de vervaardiging van plastic materiaal.
POLYBENZIMIDAZOOL
"Bekend onder de afkorting PBI. Een zeer sterke synthetische vezel,
die voornamelijk wordt gebruikt voor de vervaardiging van touwen en voegen die zeer goed bestand zijn tegen hoge temperaturen."
POLYCHINOXALINE
Een polymeer dat in diverse lijmproducten wordt gebruikt, maar ook in lakken en niet-geleidende foliën.
POLYCHLOROPREEN
Wordt heel vaak neopreen genoemd. Synthetische elastomeer.
POLYESTER
Polymeer dat bestaat uit een keten van esterbindingen.
POLYETHEEN
Een plastic materiaal.
POLYETHYLEENSCHUIM
Polyethyleen waarvan het volume is vergroot.
POLYMEER
Macromolecuul met herhaling van hetzelfde patroon. Deze polymeren zijn o.a. rubber, cellulose, polyamide en polyethyleen.
POLYMERISATIE
Samenvoegen van een aantal identieke moleculen (keten) om een polymeer te vormen.
POLYMERISEREN
Het samenvoegen van een aantal identieke moleculen om een polymeer te vormen.
POLYMETHYLMETHACRYLAAT
Polymethylmethacrylaat. Transparante thermoplast.
POLYOL
C[e]n[/e]H[e]2n[/e]+2O[e]n[/e] Wordt ook wel glycol of meerwaardige alcohol genoemd. Wordt gebruikt voor het maken van schuim.
POLYPROPYLEEN
Wordt ook PP genoemd (CH[e]2[/e]-CH-CH[e]3[/e])[e]n[/e]. Polymeer op basis van propeen, dat wordt gebruikt in de auto-industrie voor kunststof onderdelen als bumpers, maar ook voor voedselverpakking en in bepaalde soorten papier.
POLYSTYREEN
Wordt ook PS genoemd. Het resultaat van de polymerisatie van styreen. Het wordt meestal in geëxpandeerde vorm gebruikt als een wit, beschermend schuim. Wordt ook gebruikt bij de vervaardiging van hard plastic en voedselverpakkingen.
POLYTHEEN
(CH[e]2[/e]=CH[e]2[/e])[e]n[/e] Inert plastic op basis van etheen, ook bekend onder de afkorting PE. Wordt gewoonlijk gebruikt voor plastic tassen.
POLYURETHAAN
Wordt ook PU genoemd. Dit copolymeer wordt in houtlijm gebruikt vanwege zijn waterbestendigheid.
POLYURETHAAN-DIMETHACRYLAAT
Tweecomponentenlijm.
POLYVINYL
Wordt ook polyvinylpolymeer genoemd. Eén van de hoofdbestanddelen van witte lijm.
POLYVINYLACETAAT
CH[e]2[/e]-CH-O-COH[e]3[/e] Thermoplastisch polymeer dat wordt gebruikt bij de vervaardiging van lijm, folie, lak en verf.
POLYVINYLCHLORIDE
Wordt ook polychloride vinyl genoemd. CH2=CHCl Polymeer dat meestal wordt gebruikt voor verlijmen en solderen, maar ook bij het maken van verschillende soorten plastic zoals materiaal voor buizen.
POLYVINYLCHLORIDE
CH[e]2[/e]=CHCl Combinatie van chloride en polyvinyl dat wordt gebruikt voor het ontwerpen van een ester of ether.
PREPOLYMEER
Mengsel van monomeer en polymeer, bedoeld voor polymerisatie.
RADICAAL
Polymerisatie van radicale chemische species.
RANDVOEGEN
Een voeg rondom de randen van een element, zoals een vloertegel.
REMOVER / AFBIJTMIDDEL
Middel dat verwijdert of afbijt.
SBR
Een synthetisch rubber, ook wel styreen-butadieenrubber genoemd. Wordt gebruikt in banden, kauwgom en auto's.
SALPETER
Een residu van bacterieontwikkeling in de vorm van witte vezels op muren of vloeren van gebouwen.
SCHUURPAPIER (GLASPAPIER, CARBORUNDUMPAPIER)
Met schurend materiaal bedekte vellen, die zeer soepel en stevig zijn en handmatig of op diverse machines worden gebruikt voor het gladmaken van allerlei soorten metaal, hout, plastics...
SEMI-PERMANTENT HECHTMIDDEL
Hecht direct. Deze hechting is echter niet definitief en er moet een bepaalde droogtijd in acht worden genomen voordat het verlijmde voorwerp kan worden belast. Deze droogtijd wordt vermeld op het product.
SILICONE
Wordt ook polysiloxaan genoemd. Een polymeer waarmee, in verschillende vormen, veel producten kunnen worden vervaardigd. Deze kan een vloeibare, flexibele of vaste vorm hebben en wordt gebruikt voor lijmen, afdichtingsmiddelen en ander kleefstoffen.
SISAL
Een textielvezel die afkomstig is van een Mexicaanse plant (agave) en wordt gebruikt om touw en bepaalde geweven stoffen te maken.
SMELTLIJM
Lijm met fysische reactie die in gesmolten vorm verlijmt.
SOLVENTHOUDEND
Een oplosmiddel bevattend.
SPAANPLAAT
Naam voor een stevige, compacte massa van losse elementen (zoals hout).
STEUNKLOS
Een stuk hout dat een constructie ondersteunt. Wordt soms ook een draagklos genoemd.
STUTTEN
Beschrijft de manier waarop een deel van een constructie wordt ondersteund door houten of metalen balken.
SUBSTRAAT
Een element dat veranderingen ondergaat, die na een chemische reactie worden onderzocht.
SULFONAAT
SO[e]2[/e]OH Bevindt zich in sommige zouten en esters.
THF
Wordt ook tetrahydrofuraan genoemd. Een ether die meestal als oplosmiddel wordt gebruikt.
TEFLON
Wordt ook polyetrafluorethyleen of PTFE genoemd. Polymeer dat zeer goed bestand is tegen chemische producten en hitte. Wordt ook gebruikt in niet-klevende coatings.
THERMO-HYGROMETRIE
Meten van de vochtigheid van een plaats op grond van de warmte en het aanwezige vochtpercentage.
THERMOPLAST
Polymeer met de eigenschap dat deze vloeibaar of zacht wordt onder invloed van hitte en dan ook vormbaar wordt.
TOUWPLUIS
Vezels afkomstig uit hennep of linnen.
TRICHLOORETHYLEEN
C[e]2[/e]HCl[e]3[/e] Wordt ook ethyleentrichloride of trichlo genoemd. Het is een chemische verbinding die meestal als oplosmiddel wordt gebruikt en als bijzonder kenmerk heeft dat deze nauwelijks ontvlambaar is.
TUIT
Een smalle buis waarmee vloeistof in een opening of op een oppervlak kan worden aangebracht.
UITVLAKKEN
Het laten verdwijnen van alle ongewenste oneffenheden op de vloer.
UREAFORMALDEHYDE
Synthetische lijm.
VASTWRIJVEN
Verlijmen door druk uit te oefenen van het midden naar de buitenkant.
VASTZETINRICHTING
Een gereedschap dat wordt gebruikt bij timmer- of bouwwerkzaamheden en waarmee twee elementen mechanisch met elkaar in contact worden gehouden.
VERSIERSEL
Decoratieve details.
VINYL
Verbinding waarmee na polymerisatie plastic kan worden gemaakt.
VINYLACETAAT
CH3COO-CH=CH2 In opgeloste vorm aanwezig in oplosmiddelen. Wordt ook gebruikt bij de vervaardiging van bepaalde textielsoorten en papier.
VINYLHOUDEND
Dat wat vinyl bevat.
VINYLPAPIER MET RELIËF
Soort geëxpandeerd vinylbehang met reliëfstructuur.
VLIESBEKLEDING
Bekleding op basis van cellulose- en polyestervezels, die zeer stevig en gemakkelijk te plaatsen is.
VOCHTWEREND
Dat wat een bescherming biedt tegen vocht en water.
WRAS
Water regulations advisory scheme, instituut dat de waterkwaliteit test.
WATERHOUDEND
Substantie die of materiaal dat water bevat.
WATEROPLOSBAAR
Dat wat oplosbaar is in water of in een waterige omgeving.
WATEROPLOSBAAR ZETMEEL
Hoeveelheid intracellulaire koolhydraten, oplosbaar in water of in een waterhoudende omgeving.
WATERVRIJ
Een element dat geen water bevat.
WRIJVEND AANBRENGEN
Het verlijmen van behangpapier met een drukkende beweging van het midden naar de buitenkant.
ZELFFUSEREND
Dat wat heterogene elementen automatisch combineert of samenvoegt.
ZETMEELRIJK
Zetmeel bevattend.
ZWEVEND PARKET
Houten parketvloer waarbij de planken niet aan de vloer, maar alleen aan elkaar zijn bevestigd.
ZWEVENDE INSTALLATIE
Het plaatsen van een parketvloer door de planken aan elkaar te koppelen, zonder ze aan de vloer te bevestigen.
Like onze Facebook pagina, klik hier
Geef een google review, klik hier
Ik wel graag regelmatig aanbiedingen per email ontvangen of ik wil klant worden